Ik dacht: ‘Ik heb een dovemansoor’
Da’s lastig en echt niet fijn
Hoewel ik daardoor zelden dingen hoor
Die voor mij onprettig zijn.
Ik ben maar eens naar een arts gegaan
En ik denk dat ik hem wel geloof
Het is gelukkig geen dovemansoor
Ik ben slechts Oost-Indisch doof.