Op bedillerige wijze
Bejegent men mij soms als chicaneur
Ik word dan obstinaat
En slaak oprecht een cri de coeur.
De perceptie is correct
Dat ik mij met criticasters affilieer
Maar ik verguis de connotatie
Dat ik daarbij epibreer.
Daarom proclameer ik apodictisch
Edoch licht geïrriteerd
Ik ben geen bedilal
Die superioriteit pretendeert.
Maar mocht deze impressie
Allengs arglistig toch zijn ontstaan
Dan bied ik nu als beterweter
Stante pede mijn excuses hiervoor aan.